Ze bloeit nu, en waarschijnlijk ook nog vlakbij je in de
buurt op een verwaarloosd stukje grond.
De plant op de foto bloeit nu op een verlaten bouwterrein. Bijvoet is een van die planten die je pas opvallen
als ze gaan bloeien. Vóór de bloeitijd zijn ze kleiner, en hebben blad dat
donkergroen is aan de bovenkant en licht grijsgroen aan de onderkant. Dan,
ineens groeien ze uit, soms tot bijna anderhalve meter met honderden zilvergrijze bloemknoppen. Bladeren en bloemknoppen geuren lekker
kruidig. Ik heb, zoals ieder jaar aangetrokken door de geur, takjes met
bloemknoppen geplukt en die met garen bij elkaar gebonden. Gedroogd gebruik ik
deze bosjes op dezelfde manier als witte salie, als wierook, om kamers
energetisch mee te reinigen. Overigens zijn er talloze toepassingen van
bijvoet, een Artemisia soort. Romeinen, die lange marsen moesten maken, legden
blaadjes van de plant in hun sandalen, of bonden het aan hun enkels voor meer
energie. Ook was het al veel eerder dan de Romeinen in gebruik als
vrouwenkruid. Menstruatie en/of abortus bevorderend. Alle artemisia’s zijn geurende, historische geneeskruiden. Ze
zijn gewijd geweest aan Godinnen. De
godin Artemis natuurlijk, maar ook Isis en Freya. Later werd Maria met dit kruid verbonden en kan men het nog steeds op 15 augustus in sommige kerken of
kapellen laten wijden.
Bijvoet is dus van een zeer oude plantenadel. En daar loop of fiets je dan doorgaans zomaar aan voorbij. Toch kom ik ook zonder al die weetjes, dus gewoon intuïtief
het plantenspoor van Bijvoet volgend, óók op hoge ouderdom uit. Het is namelijk
de geur van de plant waar ik intuïtief iets mee heb, en die ieder jaar opnieuw
mijn aandacht trekt. Ik heb een foto gemaakt die volgens mij wel iets van die geur laat zien, doordat de
blaadjes bewogen zijn.
Geur ruiken we met ons oudste zintuig. Ligt het dan ook
niet voor de hand dat geurende planten de oudere zielen onder de plantenzielen
zijn?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten