Mijn straat
grensde een paar jaar geleden nog aan de bosrand. Of gaf in ieder geval de
illusie dat dat zo was, omdat er een brede historische aarden wal was, waar
mooie oude bomen op groeiden. Achter
deze wal liep de strook bos nog even door, en daarachter was een schietbaan en
een tennisbaan. De tennisbaan is er nog, maar de schietbaan is onder de grond
gebouwd en er bovenop verrijst een nieuwbouwwijkje met dure huizen, die nu de
nieuwe grens met het bos vormen. Onze straat komt nu alleen nog maar uit op het
bos. Ook nog bijzonder. Bewoners hebben hun best gedaan de strook bos achter
hun huis te behouden, maar verder dan de toezegging dat de aarden wal met mooie
beeldbepalende oude bomen zou blijven staan, kwamen ze niet. De raad van State zette de belofte kracht
bij.
Gelukkig,
want er nestelde een bijzondere uil schuin aan de overkant bij ons, in een oude
beuk. Die uil zou alleen wat hinder hebben van de bouw. De eerste huizen zijn
nu bewoond. Het eerste dat de bewoners deden was de bomen kappen en de aarden
wal afgraven. Zo hebben ze nu een
spiegelvlakke tuin. Fijn voor een terras. Misschien wel om van de boze blikken
van de achterburen af te zijn, heeft één van de bewoners een flink hoge
schutting geplaatst. Geen bomen, maar toch wel hout om naar te kijken, zou je
kunnen zeggen. De uil is niet meer gezien.
Het doet
pijn wanneer bomen worden omgezaagd en bos verdwijnt. Onder de oppervlakte van
ons dagelijks bewustzijn leeft nog steeds een besef dat bomen heilig zijn. Speciale plaatsen in het bos waren ooit de
rustplaats van overledenen. Hun lichamen werden liefdevol op de dikke takken
gelegd. De bomen, levensbomen, droegen hun zielen naar het dodenrijk. Misschien heb je wel eens een indianenfilm
gezien waar de held terechtkwam in het heilige voorouderbos. Bij de ingang
hingen de schedels en botten aan takken: verboden terrein voor levenden, leek
dat te zeggen.
Bomen zijn
heilig omdat ze leven brengen, en de doden verbinden met leven: nieuw
leven. Ook ongeboren kinderen wachtten op
hun ouders in bomen.
Van het karakter van de boom waar het ongeboren kind wachtte,
nam het kind iets mee in zijn eigen karakter. De Keltische bomenhoroscoop gaat
van deze gedachte uit. De boom die over je geboorteperiode heerst, bepaalt je
karakter. In mijn geval de Olm of de Iep.
De boom verbond het leven met de dood, en de dood met het
leven. Niet vreemd dat bomen een
goddelijke status hadden. Meestal de status van de godin. Wij zijn het gevoel
voor deze bijzondere plaats van bomen
voor het leven kwijtgeraakt. Dat blijkt wanneer op een zaterdagmiddag er ineens
een honderdjarige boom omgezaagd wordt, en een beschermde houtwal in de dagen
erna verdwijnt. Het lijkt ook ouderwets, new age of heidens om bomen zo’n
belangrijke plek in het leven te geven. Toch gebruiken wij allemaal nog steeds
bomen voor onze doden, bijvoorbeeld door houten doodskisten voor hen te maken
die het lichaam bijeenhouden wanneer het lichaam dat zelf niet meer kan. Of
door bomen te planten op graven, de as na crematie uit te strooien bij bomen of
in bossen. Natuurlijk wordt dan gedacht aan een soort van voortleven via de
boom. Er is zelfs een bedrijf waar je een speciale boom kan laten kweken op de
as van je dierbare overledene.
Met de aandacht juist meer voor de levenden, worden steeds
vaker geboortebossen geplant, of planten mensen een geboorteboom in hun tuin,
wanneer een kind wordt geboren. Soms naar oud gebruik boven op de placenta. De
symbolische levensboom komt dus weer terug! Of was zij altijd al gestileerd
aanwezig in huiskamers en kerken in de vorm van een crucifix?
Wat het clandestien kappen van een simpele houtwal allemaal los
kan maken! Blij ben ik met alle geboortebossen en as-boomkwekerijen. Ik hoop dat dit erg in de mode gaat raken.
Dat zou ons met nieuwe ogen naar onze bomen laten kijken. Met meer liefde en
respect voor het leven, ook van bomen. Een beetje met de ogen van onze
voorouders.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten