![]() |
winkelbloemen, roze anjers |
In de wintertijd zie ik de meeste bloemen in de
bloemenwinkel. Soms koop ik ze, maar niet zo vaak omdat de commerciële
uitstraling van winkelbloemen mij vaker tegenhoudt dan verleidt. Winkelbloemen zijn mij toch dierbaar.
Misschien omdat ze me doen terugdenken aan de allereerste bloemen die ik gezien
moet hebben. Dat waren vast bloemen in een vaas, aangezien ik de eerste jaren
van mijn leven in een flat woonde. Het zullen fresia’s zijn geweest, misschien
ook rozen en tulpen. Anjers niet, daar
had mijn moeder een hekel aan.
Veel mensen zeggen trouwens een hekel te hebben aan anjers,
of aan fresia’s, en tulpen. Van rozen hoor je dat niet vaak. Zou het zo zijn
dat wanneer je een hekel hebt aan een
bepaalde bloem, je gevoelig bent voor
mode? Of is het zo dat bepaalde bloemen zo krachtig in hun presentie zijn dat
ze wel een bepaald gevoel moeten oproepen. Dat je er niet omheen kan.
Bij anjers bijvoorbeeld lijkt dat laatste zo te zijn. Het is
een bloem die tot keuze oproept. Denk aan de Anjerrevolutie in Portugal in
1974. Soldaten in Lissabon, er waren al vier doden gevallen, staken een rode
anjer in de loop van hun geweer, en daarmee was de revolutie een feit: de
dictatuur was beëindigd. Of de witte anjer van prins Bernhard. Hij had sinds de
twintiger jaren van de vorige eeuw de gewoonte een witte anjer in zijn
knoopsgat te dragen. Gewoon, omdat hij dat mooi vond. Maar de anjer verscheen
in de knoopsgaten van Nederlanders die
in juni 1940 in Den Haag de verjaardag van de prins wilden vieren, wat door de
Duitsers verboden was, natuurlijk.
Daarmee werd de witte anjer in
het knoopsgat een symbool van hulde aan het verzet. Sinds 2007 is zij een teken
van waardering voor oorlogs- en vredesmissieveteranen.
Een anjer is dus een bloem geworden die staat voor een keuze
voor vrede, en voor loyaliteit aan onderdrukten. En vooral ook voor het tonen van die keuze, en het effect
daarvan op anderen. Laten zien waar je voor staat is iets waar de anjer zich kennelijk makkelijk mee verbindt.
Duidelijkheid ook.
Soms vertellen mensen me over een bijzondere herinnering aan
een bloem. Een bloem die een persoonlijk symbool van iets is geworden. Het
moment waarop bloemenhaat overgaat in bloemenliefde blijkt dan vaak het
beslissende moment te zijn waarop de bloem zijn verhaal vertelde. Zo hoorde ik
van iemand die in zijn studententijd een hekel had aan anjers. Hij vond ze zo
‘buitenkant’. Haast een namaak-bloem. Zelf was hij wat chaotisch, en deed erg zijn best om zijn leven op orde
te krijgen, wat hem veel moeite kostte. Tot op een regenachtige dag zijn oog
viel op een anjer en hij de moeite nam om net wat langer te blijven kijken als
hij gewend was te doen. Hij vond het een lelijke bloem, tenslotte. Ineens,
moest hij toegeven, bewonderde hij de bloem. Zo verfijnd, zo complex en
sierlijk, en toch een strakke vorm. ‘Als
zo’n bloem dit kan, dan kan ik het ook’, dacht hij. Hij vertelde het met een
glimlach terwijl hij zijn trui wat rechttrok. Sindsdien waardeert hij de
anjer én zichzelf als een mooie
verzorgde verschijning.
Heeft een bloem bij jou ook wel eens een bewustzijnsverschuiving veroorzaakt?