maandag 17 maart 2014

Wilde voorjaarsgroente uit een gewone tuin: veldkers en brandnetel.

Kleine veldkers
 Gisteren aten we kleine veldkerssalade met ei. Eergisteren deden we lekker veel veldkers door de aardappelpuree, en de rest van de veldkers ligt - met kleine kluit - in de groentela te wachten op het volgende idee. In de tuin groeit de veldkers ondertussen maar door, maar op het balkon is alles nu tussen de tegels uitgewied. Dat hebben we dus bijna op.
Voorjaarsschoonmaak. In de tuin, rondom het huis, en in het eigen lijf natuurlijk, want veldkers is heel gezond, en lekker. Een natuurlijk antibioticum, heb ik gehoord. Ben je nieuwsgierig, kijk dan naar de foto, loop naar je tuin, en proef maar! Je zult verbaasd zijn dat dit plantje smaakt naar sterrenkers, of tuinkers die je kunt kopen in de winkel.
De afgelopen week was zulk heerlijk zonnig lenteweer.  Bij ons in de straat werd het gras gemaaid en onkruid gewied. Maar tegen de groei- en kiemkracht van nu opboksen kan al die werklust niet echt. Ik inventariseerde mijn eetbare 'onkruiden': behalve de veldkers vond ik zevenblad, brandnetel,  en winterpostelein
winterpostelein
. Er staat nog wel meer, zoals paardenbloem en look zonder look, maar die tel ik niet mee omdat ik die niet  zo lekker vind. Brandnetels staan er helaas niet genoeg. Ze zijn heerlijk als je ze roerbakt en ook deze planten zijn supergezond!!
Vorige week ging ik met een vriendin wandelen bij Nieuw Beerschoten en vond daar een heuveltje met heel veel sappige brandneteltopjes  ver van het pad en de honden-route. Ik plukte ijverig totdat ik zag dat ik op het punt stond in een opgerolde ringslang te grijpen. Even later zagen we er nog een die zich heerlijk opwarmde in het lentezonnetje. Dit is kennelijk een ideaal plekje om ongestoord als slang te leven met die brandnetels als bescherming. De slangen zijn ongevaarlijk en prachtig. Wel een beetje eng om ze zo heel dichtbij ineens te zien, maar ik wen er al een beetje aan: de laatste jaren zie ik ze steeds vaker. Ik ben er per ongeluk ook wel eens op een gaan staan, die gelukkig ongedeerd leek, zo soepel als ze het water van de Kromme Rijn ingleed.
Ringslang, foto: bosrandgroep Almere
Er valt in onze natuurgebieden steeds meer te beleven aan diversiteit van planten en dieren. Van die diversiteit aan plantjes in de natuur kun je samen met de dieren in bescheiden mate een beetje meegenieten. Een beetje kennis van planten is wel handig, omdat er ook giftige (wel vaak geneeskrachtige) planten zijn. Die je zeker niet in grote hoeveelheden moet gaan eten.
Dieren lijken wel een beter ontwikkelde plantenkennis te hebben.


Tedje van Asseldonk, oud collega-docent op de voormalige academie voor natuurgeneeswijzen in Meppel deed een verkennende studie naar het gebruik van geneeskrachtige planten door het spontane  foerageergedrag (wat er gegeten wordt) van vrouwelijke wolapen in de Apenheul te observeren. Deze apen mochten zelf kiezen welke planten zij aten die zij vonden op kruidenakkertjes. Het leek erop dat apen heel goed wisten wat zij kozen om te eten. Zelfs de weersomstandigheden en het jaargetijde bepaalden welke planten gegeten werden en welke niet. In de natuur lijken dieren te weten van welke boom, kruid of plant ze moeten eten om niet ziek te worden. Ook weten ze welke planten ze moeten eten om te genezen. Als je een hond of kat hebt, weet je dat wanneer je dier gras eet, hij last van zijn maag heeft. Door gras te eten kan hij gaan braken, waardoor hij hopelijk van zijn maagklachten afkomt
Hoewel ik niet zoveel intuïtieve plantenkennis heb als de dieren, geloof ik er  wel in dat de veldkers en de brandnetels mij dit jaar veel goed gaan doen.
In dit verband nog een Bulgaars sprookje over de schepping van de mens dat ik vond in een boek van Olaf Koob: God maakte nadat hij veel pogingen had gedaan, een geslaagde mens uit leem. Tevreden legde hij zijn schepping in de zon te drogen. Hij was zo in zijn werk opgegaan dat hij de duivel niet had gezien die op een afstandje bewonderend, maar met afgunst zat te kijken. De duivel wilde het werk verpesten en boorde daarom met een stok stiekem gaten in het mensenlichaam dat daardoor mismaakt werd. God was zeer verbaasd toen hij dit ontdekte, en om tenminste de uiterlijke vorm weer te redden, begon God de gaten te stoppen met allerlei soorten grassen en kruiden. Daarna smeerde hij leem over de opgevulde gaten. Met de grassoorten waarmee God ooit de gaten in het lichaam had opgevuld, kan de mens sindsdien sommige ziekten helen door precies die kruiden te nemen waarmee zijn lichaam tijdens de schepping ervan werd opgelapt. Dus zo komt het dat er geneeskrachtige grassen en kruiden bestaan
Veldkers, zevenblad, winterpostelein en brandnetel waren vast daarbij. Misschien kun je dit lijstje voor jezelf nog wat verder aanvullen. Ik ben benieuwd.
Brandnetels